Cabo Verde - december 2015 / januari 2016
Kaapverdië bestaat uit 9 bewoonde eilanden, die ver uit elkaar liggen. De afstand tussen sommige eilanden is zo'n 200 mijl. Wie echt iets van Kaapverdië wil zien, moet zeker een combinatie van eilanden maken. Sommige zijn alleen per boot bereikbaar en de authentieke kaapverdische sfeer is daar dan ook het meest behouden gebleven.
Ilha do Sal
Op Ilha do Sal komen de internationale vluchten van de Nederlandse vliegmaatschappijen aan. Het vissersdorpje Santa Maria heeft door de opkomst van het toerisme in de negentiger jaren tal van leuke barretjes, terrasjes en (vis)restaurants.
Boavista
Boavista kent prachtige duinlandschappen, vooral in het zuiden bij Santa Monica. Behalve een aantal all-inclusive resorts, is het niet heel toeristisch. Er wordt een aantal keer per week van Amsterdam naar Boavista gevlogen.
São Nicolau
São Nicolau ligt niet ver van Sal en is het meest authentieke eiland van de Kaapverdische eilanden. De tijd lijkt er stil gestaan te hebben. Er zijn boerendorpjes, met kleine hellende straatjes en oude lantarens, zoals Ribeira Brava of het havenplaatsje Tarrafal. Beide plaatsen zijn een prima uitgangspunt voor wandelaars. São Nicolau is bergachtig en biedt op sommige plaatsen prachtige vergezichten.
São Vicente
Het eiland is kaal, maar afwisselend. De bedrijvigheid op São Vicente concentreert zich in het havenstadje Mindelo, dat tal van bezienswaardigheden heeft. 's Avonds komen hier de Kaapverdianen samen op het dorpsplein, de Praça. Het is er dan een gezellige drukte. Op São Vicente zijn een paar kleine stranden.
Santo Antão
Santo Antão kan alleen per boot worden bereikt en is zonder meer het mooiste eiland van de archipel, met dennenbossen, valleien met kleine gehuchtjes, mango- en papayaplantages. Mistflarden jagen over de oude bergweggetjes, geplaveid met oude kasseien. Er zijn adembenemende vergezichten en vriendelijke mensen. Het mooiste gedeelte van Santo Antão is het noorden.
Vanaf de haven is het langs de kustweg circa een uur noordelijk rijden naar Paúl en de verderop gelegen dorpen Ribeira Grande en Ponta do Sol, waarvan Ponta do Sol het gezelligste dorp is, met een aantal restaurants en een enkele bar. Alle plaatsjes liggen aan zee, maar tegelijk ook aan de mond van de mooie en groene valleien. Het zuiden van Santo Antão is achtergebleven gebied, waar soms vanaf het lavastrand walvissen en dolfijnen kunnen worden gespot.
Santiago
Santiago behoort tot de zuidelijk gelegen eilanden. Het is het meest Afrikaanse eiland en tevens het eiland waar de hoofdstad Praia is gelegen. Santiago is heel divers, het biedt goede wandelmogelijkheden vanuit Cidade Velha, Pedra Badejo en uiteraard vanaf de locaties die in de bergen in het binnenland zijn gelegen. Een rit van 80 kilometer door het binnenland via het marktplaatsje Assomada of langs de bananenplantages aan de oostkust leidt naar Tarrafal in het noorden. Het strand van Tarrafal is onwaarschijnlijk mooi, met palmbomen en vissersbootjes tussen de rotsen.
Fogo
Fogo ligt samen met Maio en Brava schuin onder Santiago. Fogo is het eiland met de vulkaan, die de blikvanger van het eiland is. Een excursie naar de vulkaan moet je zeker maken. De rit er naar toe is al een belevenis. Onderweg kom je bewoners tegen met ezels en waterkruiken en de natuur is prachtig, waarbij de vulkaan langzamerhand het volledige beeld bepaalt. Ook het beklimmen van de vulkaan is tot zekere hoogte mogelijk.
Maio
Maio is een vlak eiland met zoutpannen en een strand dat grenst aan het authentieke Kaapverdische dorpje Vila do Maio. Wie een strand voor zichzelf alleen wil hebben, maakt de beste kans op Maio.
Brava
Dit kleine eilandje was jarenlang geïsoleerd. Brava is een klein en groen eiland. Het hoofdplaatsje Vila Nova Sintra ligt op 500 meter hoogte en kenmerkt zich door groententuintjes en de vele hibiscusplanten.